Bikaner-Osia -14 juli-
Namaste! Kailash trotseert vandaag wederom ruim 200 kilometer door de eindeloze Thar woestijn, steeds verder weg van de drukte van de grote steden. De steden worden dorpen, de dorpen worden nederzettingen. We reizen steeds verder naar het westen, richting Pakistan. Iedereen in de auto valt meerdere keren in slaap; de dieselende ijskast doet z'n werk op een verder kaarsrechte, monotone weg. Onderweg zien we alleen een enkele herder met z 'n geiten, ploegen d door dromedarissen, jongens bij 'wegrestaurants' voor vrachtwagens die in handgemaakte vuurovens brood bakken. Men pobeert er alles aan te doen om met irrigatiesystemen enig water op de dorre woestijnland te krijgen. Het water komt van ver, en zeker niet uit de hemel.
We zijn op weg naar Osia, het Verwegisthan zelfs voor Indiase begrippen. “No electricity, no water” klinkt het dreigend vanaf de chauffeursstoel. Een survivaltochtje als afwisseling op de lange reisdagen. De eigenaar van het tentenkamp belt mobiel. Hij waarschuwt om niet voor 4 u 's middags te arriveren, het is er veel te heet. Ruim boven de 40. Dus nemen we alle tijd om eerst de rattentempel van Deshnok te bezoeken, zo'n 20 km van Bikaner verwijderd. Als je in India een ratten- of muizentempel bezoekt, denk dan niet dat het om beelden gaat of dat er een god als rat of muis mee bedoeld wordt. Letterlijker. Veel letterlijker, 1000 keer letterlijker. Even later walsen we zonder schoenen (tempel!) door de stront en plas van duizenden verzamelde ratten in een tempelcomplex. De tamme ratten zitten van hoog tot laag, soms op elkaar geplakt, een enkele dood, een ander ziek strompelend. Soms tot aan je voeten. Oppassen dat je er niet op trapt, al was het maar omdat ze door de Hindoes heilig verklaard zijn. We lopen maar met de gelovigen mee die de ratten uit de hand voeren. De bedompte donkere gangen met krioelende ratten heeft nog een ander nadeel: de pregnante geur van riool en andere dingen die we hier maar niet beschrijven. De nieuwe sokken ten spijt, nemen we er even later snel en collectief afscheid van. Terug in de schoenen en maar hopen dat de geur snel de zintuigen verlaat.
Het is heet, opnieuw 35 graden en soms heter als de zon fel door de blauwe hemel steekt. De hele dag het klamme gevoel, nat. Water is het meest gekochte product, liters gaan dagelijks door de mond en verlaten even snel via de poriën ons lichaam. Op naar de woestijn! Tegen 4 uur belt Kailash met de eigenaar van het tentenkamp om af te spreken bij een verlaten kruising in de middle of nowhere.
En jawel, we zien een jeep met een aanhangkarrtje en een man met blauw T-shirt driftig gebarend. We moeten overstappen omdat de bus niet mee in de losse zand. We spreken met Kailash de volgende ochtend af en even later rammelt de oude jeep over het zand, dwars door de akkers richting de horizon.
Langs de vele lemen hutten snellen de kinderen de naderende jeep toe. Wij zijn de attractie voor die dag. We zwaaien terug. Er is geen weg, die maakt de jeep wanneer hij het spoor trekt langs de akkers. Na heel wat bochten en heuvels bereiken we het kamp. Er staan inderdaad twee grote teneten klaar tussen twee langgerekte heuvels met bovenop een stenen gebouwtje in aanbouw. “This will be the new restaurant”, “because of the wind and the sand”, legt de vriendelijke eigenaar uit na aankomst. We zijn meer dan welkom als enige gasten. Naast hem is er nog een kok, een ober en in de verte zien we kamelendrijvers staan voor de volgende etappe. De tenten zijn ruim, comfortabel ingericht met eenpersoonsbedden, een badkamer (bidet) met heus toilet. Binnen is het er echter niet om uit te houden. We snakken naar lucht dus snel weer naar buiten. In het midden van de vlakte staat een soort van tentpaviljoen met een lange tafel. Ons restaurant. Na koffie en thee worden we uitgenodigd om een kamelentocht te maken naar de zandduinen, een klein uurtje heen, een klein uurtje terug.
De kamelendrijvers zijn de boeren zelf die trots langs hun eigen huizen rijden. Weer is het wennen als het lange dier het luchtruim kiest met z'n lange poten. Ieder van ons met een dromedaris en de boer achterop. Even later vertrekt de karavaan de zonsondergang tegemoet. De sirene rust valt op. Alleen het geluid van de pauw galmt door de eindeloze vlakte. De herten nemen de loop als we te dicht naderen, maar echt bang zijn ze niet. Bij de zandduinen nemen we pauze. De dromedarissen zakken door hun poten en wij strekken de benen. Zadelpijn. Op de duinen verzamelen zich belangstellende, wat verlegen kinderen uit de verre omgeving. Ze hebben nog nooit een videocamera gezien en het is heel wat als ze zich bewegend terugzien op de kleine monitor. En alle 20 kinderen moeten erop. De terugweg hebben we de laatste zon in de rug. De temperatuur wordt getemd. Het is nog maar 34 graden en de lucht lijkt zich weer met zuurstof te vullen.
Douchen? Ja, insmeren met zeep en snel 10 kannetjes lauw water eroverheen. We prepareren ons voor het diner. We krijgen twee stormlantaarns gevuld met olie die ś nachts het enige oriëntatiepunt vormen. Daarnaast enkele zaklantaarns. De instructies zijn simpel: loop niet op blote voeten en controleer altijd je schoenen eerst voordat je ze weer aan doet. Zodra het donker wordt en we aan het kaarslicht aan het diner beginnen (rijst, kip, een heerlijke groene tomatensalade, chapata brood, een dikke saus van linzen voor over de rijst), kondigen zich de gasten voor de nacht aan: het insectenrijk van Rajasthan, net zo kleurrijk en net zo massaal als de mensen. Ook zij heten ons als enige gasten welkom en zijn blij. Uit alle hoeken en gaten lijken ze te komen. Klein, groot en soms heel groot. Muggen, vliegen, kevers, spinnetjes, motten, wandelende takken, en soorten die we nog nooit gezien hebben. Alles vliegt over, in en uit de cola, het bier, de linzensaus. Op het bord is veel beweging waar te nemen. Het eten wordt eerlijk gedeeld.
We spreken in verband met de hitte af om buiten, voor de tent te slapen en zogewenst wordt ons kamp verdeeld in binnen- en buitenblijvers. De laatsten bivakkeren op een veldbed voor de tent. En zo begint een lange, lange nacht met veel angstige waarnemingen. Soms visueel doordat de zaklamp onmiddellijk de gevaarlijk ogende reuzespin op het tentdoek vangt, soms auditief de dichterbij naderende insecten waarnemende en soms een meer gecombineerde zintuigelijke ervaring: huidcontact. Alleen in het geval van de sigarettendoosjes grote kevers aanleiding om wakker te schieten en je van de terechte waarneming te ontdoen. Warm, warm. Slapen, nauwelijks. Om 2 uur s'nachts is er nog een pauze in de lange nacht. Petra, Wilfried en Albert gaan de tweede helft heldhafiger in en laten zich niet langer storen door het insectenrijk. We willen slapen.
Een prettig briesje zorgt voor enkele uren slaap. Tegen vijf uur melden zich nieuwe gasten, bij het aanbreken van de dag beginnen de koolmeesjes driftig fluitend aan hun dagtaak: het bouwen van nesten in de overkappingen van de tent. Ze schuwen onze aanwezigheid niet. En verder slapen is ook een geen optie. In de verte nemen we met kleine ogen herten waar. We zijn midden in de dierentuin, wat een ervaring.
Na het opstaan zien we aan de witte lakens welke veldslag gewoed heeft. Overal zijn zwarte punten en vlekken waar te nemen. De olielamp is gevuld met dode insecten, maar brandt nog steeds tegen de opkomende zon.
Een heerlijk ontbijt wacht ons onder het grote tentdoek. Voor het eerst zien we ook de gesluierde vrouw van de kok die ons van verre komt voorzien van ei, melk, brood en jam. Nadien breken we op en brengt de jeep ons weer naar de bus van Kailash. De weg van gisteren is echter omgeploegd door de boeren en de chauffeur baant zich vloekend een nieuwe weg door de akkers. Het is en blijft een bijzondere ervaring.
Let us be good forever
14 jaar geleden
Hoe kan dit nu, opeens overal jeuk ...
BeantwoordenVerwijderenMiehihi;)
Je geeft de indrukken fantastisch weer Albert.Dat vond Ron van Lachus ook.
BeantwoordenVerwijderenMaar voor geen goud had ik buiten geslapen!
Yak,yak
En wat erg dat de vrouwen zo,n slechte bedden hebben.
Ben toch blij dat ik hier geboren ben!!!!
En tussen die stinkende ratten was ik ook niet gegaan...
Maar idd,jemoet het gezien hebben.
Een heel prettige voortzetting van jullie fantastische reis!
groetjes,
Marian